Bint
Primaire gegevens
Ferdinand Bordewijk - Bint, Amsterdam 1934, Uitgeverij Nijgh & Van Ditmar
Inhoud (samenvatting)
Aan het begin van een nieuw schooljaar, rond het jaar 1934, begint meneer De Bree op een school als docent Nederlands. Meneer De Bree gaat aan vier verschillende klassen les geven, waarbij in alle vier de klassen de leerlingen zich verschillend gedragen. Meneer De Bree moet ook de meest beruchte klas, klas 4D, les geven. Deze klas staat bekend om zijn brutale en drukke leerlingen die niet op hun mondje gevallen zijn. Het is echter wel de favoriete klas van meneer Bint, aangezien ze de vorige docent Nederlands hebben weggepest.
Meneer De Bree vindt het erg fijn dat er onder strenge omstandigheden les wordt gegeven op school. Hij pakt zijn eigen klassen dan ook erg streng aan om te laten weten wie de baas is. Zijn manier van lesgeven blijkt al snel te werken: alle leerlingen uit alle vier de klassen luisteren netjes naar hem. Toch vinden de meeste leerlingen het naar om onder de strenge omstandigheden van meneer De Bree te werken. Ze vinden hem te streng, te boos en te afstandelijk. Op een gegeven moment vragen de leerlingen zelfs of hij vrede wil sluiten in de klas, zodat het iets gezelliger wordt. Aangezien meneer De Bree overtuigd is van zijn manier van les geven, gaat hij daar niet mee akkoord. Hij zal altijd zo streng en afstandelijk les geven zoals hij nu doet.
Een leerling, Van Beek, heeft tegenover het docententeam gedreigd met zelfmoord als hij een onvoldoende krijgt voor zijn schoolwerk. Tijdens een rapportvergadering komt dit ter sprake en het docententeam vindt dat Van Beek onvoldoende gewerkt heeft om een voldoende te krijgen. Van Beek wordt dus beoordeeld met een onvoldoende. Als Van Beek dit te horen krijgt pleegt hij eventjes later zelfmoord. De directeur Bint heeft hier gemengde gevoelens bij: hij wilde niet ingaan op het dreigement, maar is tegelijkertijd ook bang dat de zelfmoord van een leerling voor een hoop problemen zorgt.
Rond Pasen gaan de leerlingen met docenten op hun jaarlijkse schoolreisje. Ze reizen via Bergen op Zoom af naar België en vervolgens naar Noord-Frankrijk. Omdat een collega van meneer De Bree vader geworden is, moet meneer De Bree ineens mee op schoolreisje. Hij krijgt de taak om op de helft van de beruchte klas 4D letten. Onder het strenge regime van meneer De Bree verloopt het schoolreisje met klas 4D erg goed.
Nadat de leerlingen en docenten weer terug zijn op school, vraagt Bint aan meneer De Bree of hij nog een jaar langer op school les wil geven. Meneer De Bree was in de eerste instantie van plan om maar een jaartje les te geven. In de eerste instantie zegt meneer De Bree dat hij niet meer terug wil komen, maar later als hij thuis zit bedenkt hij zich toch en stuurt hij een briefje naar Bint met de mededeling dat hij toch nog een jaar les wil geven.
Als meneer De Bree het volgende schooljaar vol goede moed weer wil beginnen, blijkt dat Bint verdwenen is. Bint wilde namelijk niet meer langer als directeur op een school werken waar een leerling zelfmoord gepleegd heeft. Een collega, meneer Donkers, is de nieuwe directeur geworden.
Meneer De Bree probeert Bint thuis nog eens op te zoeken, maar keer op keer wordt hij aan de deur geweigerd. Bint doet alsof hij er niet meer is en wil geen contact meer met anderen.
De verdieping
Compositie en tijdsverloop
Het verhaal speelt zich af omstreeks 1934. Dit is een tijd waarin armoede een erg grote rol speelde in Nederland. Vanuit het verhaal komt dit ook op verschillende manieren in het boek naar voren. De conciërge en schoonmaakster van de school worden bijvoorbeeld in het verhaal ontslagen. Na hun ontslag hebben ze nog nauwelijks geld, waardoor ze aan de deur bij mensen moeten gaan bedelen. Op meerdere manieren wordt er dus een nadruk op de armoede in die tijd gelegd.
Naast armoede, komt het opkomende nationalisme ook sterk naar voren. De tijd waarin dit boek geschreven, kwam de ontwikkeling van het nationalisme sterk naar voren in Nederland. In principe vindt meneer De Bree dit een positieve ontwikkeling, maar hij wil zijn leerlingen ook meegeven dat ze altijd hun eigen mening mogen behouden.
De verteltijd is ongeveer een schooljaar. Dit is de tijd waarin meneer De Bree lesgeeft op een school.
Er komen geen verwijzingen naar het verleden of flashbacks in het verhaal voor, waardoor het verhaal op een chronologische manier geschreven is. Daarnaast wordt er geen gebruik gemaakt van grote tijdssprongen. Het is voor de lezer dus makkelijk te begrijpen, omdat er geen flashbacks zijn.
Ruimte
Het verhaal speelt zich af in een school. Waar deze school precies staat, is niet bekend. De school heeft een erg belangrijke functie in het verhaal, omdat meneer De Bree docent is op deze school. Aangezien hij nog nooit eerder docent geweest is, staat zijn hele leven ineens in het teken van lesgeven. Naast de school, speelt het verhaal zich nog in Brabant en België en Frankrijk af. De leerlingen gaan dan samen met de docenten op schoolreisje naar Frankrijk.
De wijze van vertellen
Het verhaal is vanuit twee verschillende perspectieven geschreven. Het verhaal wordt vanuit het hij-perspectief vanuit het standpunt van zowel Bint als meneer Van Bree geschreven. Vanuit deze twee personages komt er één verhaallijn en deze verhaallijn laat het verhaal vanuit het perspectief van meneer van Bree zien.
Onderstaand een quote die het gebruikte perspectief illustreert. Deze quote is vanuit het perspectief van meneer Van Bree geschreven.
‘Nog eer hij thuis was wist De Bree dat hij niet tevreden was met zichzelf. Moest hij voor die andere aspiraties deze enige school laten gaan? Het voornemen om maar één jaar te blijven was een lintworm die zich in hem had vastgezet.’
Thema
School- en studentenleven is het thema van dit verhaal. Meneer De Bree maakt zijn debuut als docent Nederlands op een middelbare school. Hij moet gelijk de meest beruchte klas, 4D, les geven. Onder zijn strenge regime blijken de leerlingen erg goed te presteren. Meneer De Bree krijgt zelfs ontzettend veel lol in les geven en vindt het heerlijk dat zijn hele leven in het teken staat van school. Daarnaast vindt hij het mooi om de kinderen dingen mee te geven waar ze later nog wat aan hebben.
Stijl
Wat opvalt aan de strakke schrijfstijl van Bordewijk, is dat hij erg korte zinnen gebruikt. Hierdoor lijkt het alsof het verhaal erg onpersoonlijk geschreven is. Als je als lezer een tijdje doorleest, wen je aan de schrijfstijl waardoor het verhaal makkelijker te lezen is. Daarnaast worden er erg veel details gebruikt die het verhaal beeldend maken. Onderstaand een quote die de gebruikte schrijfstijl illustreert:
’s Middags reden ze een slakkengang naar Ronsse. De twee werden doodgezwegen. De uitdrukking van zijn gezicht werkte nog aldoor na. De Bree vond tijd om op andere dingen te letten. Hij hoorde de kuch van Te Wigchel in het stof. Het bleef zonnig, droog, koud, met oostenwind. Zij hadden van de wind geen last, maar Te Wigchel kuchte van het stof.’
Personages
Bint
Bint is de directeur van de school waar meneer De Bree komt werken. Hij heeft zelf een systeem bedacht, waarin de leerlingen onder streng regime les krijgen. Bint is een aardige man die wel van een grapje houdt. Daarnaast is hij erg zorgzaam voor zijn kinderen. Hij is bijvoorbeeld van plan om levenslang de schuld van zijn dochter af te betalen. Uiteindelijk stopt Bint als directeur zijnde bij de middelbare school, waarna hij geen contact meer met anderen wil hebben.
De Bree
Meneer De Bree gaat les geven op een middelbare school, omdat hij afleiding wil van zijn dagelijkse bestaan. Hij is een hele rustige man, die desondanks toch erg streng is als hij lesgeeft. Hij wil aan zijn leerlingen laten zien wie de baas is. Na school is De Bree bezig met een onderzoek naar Anna Maria van Schuurman, een vrouw die als eerste vrouw colleges aan een universiteit volgt.
Van Beek
Van Beek is een leerling die zelfmoord pleegt omdat hij een onvoldoende gehaald heeft. Van Beek is een eigenwijze jongen, die zich aan zijn woord houdt. Op een gegeven moment geeft hij aan het docententeam door dat als ze hem met een onvoldoende beoordelen, hij zelfmoord zal plegen. Uiteindelijk voegt hij daad bij het woord en pleegt hij zelfmoord.
De Conciërge
De Conciërge is een groot, bleek kalf met een gezwollen kalfskop en in zijn borstkas zit een groot, koud kalfshart dat heel langzaam tikt. Hij heeft dikke vingers. Hij is mollig en heeft een wit gezicht. Remigius denkt dat de zwarte schoonmaakster die door Bint is aangenomen, een beroerd schepsel, is aangenomen als provocateur voor de conciërge, die op school woont. Bint denkt namelijk dat de conciërge met de leerling Fléau heult (wat later ook zo blijkt te zijn) maar er zijn nog geen bewijzen.
Bint en De Bree zijn de belangrijkste personages, verder zijn er nog:
4 klassen met leerlingen uit sociaal zwakke milieus:
1. De grauwen zijn goedaardig, arbeidzaam, kleurloos en slecht. Ze willen graag mee, graag leren, maar omdat De Bree denkt dat de klas kan omslaan in rebellie en tuchteloosheid is hij (onnodig) streng voor hen. In deze klas zit de leerling Van Beek, die zelfmoord zal plegen vanwege zijn slechte rapportcijfer.
2. De bloemen halen heel verschillende resultaten. De bloemen zijn vredig, rustig. In deze klas zitten o.a. de twee meisjes Kret, Stientje en Mabelle, en Jérôme Fléau, een jongen die m.b.v. de conciërge voor een opstand zorgt na de dood van de leerling Van Beek.
3. De bruinen (o.a. 2 bruine jongens) gaf De Bree graag les. Ze liepen voor met alles en wilden graag leren. Omdat de klas zich bewust was van haar knapheid, was De Bree bang voor hoogmoed.
4. De hel is de lievelingsklas van de directeur Bint. Zij zitten in klas 4D. Zij functioneren goed met het nieuwe systeem, en verwerven hierdoor eliterechten. Enkele namen uit de klas: “Whimpysinger, De Moraatz, Neutebeum, Nittikson, Surdie Finnis, Te Wigchel, Kiekertak, Taas Daamde, Peert, Punselie, Bolmikolke, Klotterbooke, Ten Hompel, Heiligenleven, Van der Karbargenbok, Steijd, Voorzanger (een schaakspelende Jood). De hel telt slechts 1 meisje, Schattenkeinder.
Titel, ondertitel en motto
Titelverklaring
De titel 'Bint' is eenvoudig uit te leggen. Bint is directeur van een middelbare school en het hele verhaal draait om hem als directeur zijnde. Het verhaal wordt door de ogen van meneer Bint en de ik-persoon, meneer De Bree, verteld. Meneer De Bree is nooit eerder docent geweest en heeft ontzettend veel respect voor Bint als persoon en de manier waarop hij de school draaiende houdt.
Ondertitel
De ondertitel van het boek is Roman van een zender. De ondertitel slaat op het karakter van Bint. Hij is de zender die iedereen zijn ideeën over opvoeding en onderwijs oplegt, doordat hij van iedereen ijzeren tucht eist. 'De Bree', de nieuwe en vervangende leraar, is de 'ontvanger', omdat hij deze ideeën op zich neemt en deze overbrengt op zijn leerlingen en uiteindelijk ook op zichzelf.
Motto
Het boek heeft geen motto.
Literaire vorm
Het hoofdgenre van het boek is proza.
Mening:
Ik vond het een moeilijk boek om doorheen te komen. Ik weet niet zo goed waardoor dat komt omdat het een redelijk dun boek is. Het boek had vaak oud taalgebruik wat een rol kan spelen in de moeilijkheidsgraad.
Maak jouw eigen website met JouwWeb